Moeite om de pil dagelijks op een vast tijdstip te slikken? Of last van bijwerkingen? Er zijn verschillende redenen mogelijk waardoor je huidige anticonceptiepil niet bevalt. Je kunt ervoor kiezen om met je pil te stoppen. Welke mogelijkheden heb je? En hoe stap je over van de ene pil naar de ander?
De 'gewone' pil (combinatiepil) bestaat uit een oestrogeen hormoon en een progestageen hormoon. Hormonen die ook van nature in ons lichaam voor komen. De menstruatiecyclus wordt bepaald door de schommelingen in de bloedspiegels van deze hormonen. De hormonen uit de pil geven daarom vaak bijwerkingen die je tijdens een normale menstruatiecyclus zonder gebruik van de pil ook kunt ervaren.
De meest voorkomende bijwerkingen door oestrogenen in de pil zijn: hoofdpijn, gespannen borsten, verminderd libido en misselijkheid.
Progestagenen in de pil hebben vooral invloed op: stemming, gewicht, huid en haar. Een ernstige bijwerking van progestagenen is een verhoging van de kans op trombose.
In geval van bijwerkingen die waarschijnlijk te maken hebben met het oestrogeen in de pil, zijn er verschillende mogelijkheden:
- anticonceptiepil met een lagere dosering oestrogeen - deze pillen geven soms minder bijwerkingen, maar geven wel een grotere kans op tussentijds bloedverlies (spotting) en doorbraakbloedingen. Dit kan dan een signaal zijn voor een verminderde betrouwbaarheid van deze pil.
- anticonceptiepil met een ander soort oestrogeen - bij sommige vrouwen geeft een ander soort oestrogeen minder bijwerkingen. Het is alleen niet aangetoond dat bepaalde oestrogenen beduidend minder bijwerkingen geven.
- anticonceptiemethode zonder oestrogeen - er zijn diverse vormen: de prikpil, het anticonceptiestaafje en het hormoonspiraal. Ook zijn er anticonceptiemethoden zonder hormonen, namelijk het koperspiraaltje, condooms en sterilisatie.
- ondanks dat oestrogeen uit de pil libidoproblemen veroorzaken, kan hierin verbetering optreden wanneer je overstapt op een anticonceptiepil met een ander progestageen. Maar dan wel een met ook ‘androgene effecten’; met effecten van mannelijk hormoon. Deze progestagenen geven echter wel weer een grotere kans op puistjes en vet haar.
Bij bijwerkingen van de pil die waarschijnlijk worden veroorzaakt door het progestageen, zijn er andere mogelijkheden:
- anticonceptiepil met een ander progestageen - anticonceptiepillen worden ingedeeld in verschillende generaties, afhankelijk van het soort progestageen. Van de pillen van de tweede generatie is aangetoond dat ze het kleinste risico op trombose geven. Deze pillen hebben daarom de voorkeur. Bij bijwerkingen die te maken kunnen hebben met het progestageen kan overstappen op een pil met een ander progestageen soms verbetering geven. Wees ervan bewust dat het (kleine) risico op trombose hierdoor mogelijk iets groter wordt.
- overstappen op een andere anticonceptiemethode - vooral in het geval van stemmingswisselingen kan het overstappen op een andere anticonceptiemethode de bijwerkingen verminderen. Hierbij wordt het progestageen geleidelijk afgegeven en zorgt dus voor minder variatie in de bloedwaarde. Voorbeelden van dergelijke methoden zijn de anticonceptiering, het anticonceptiestaafje en het hormoonspiraal.
- overstappen op een methode zonder progestageen - het progestageen is de essentiële werkzame stof in hormonale anticonceptie en zit er dus altijd in. Anticonceptiemethoden zonder hormonen zijn het koperspiraaltje, condooms en sterilisatie.
Met de anticonceptiepil moet je dagelijks rondom hetzelfde tijdstip een pil slikken. Voor veel vrouwen is dit lastig. Dit kan te maken hebben met onregelmatige werktijden, een onregelmatige leefstijl of gewoon vergeetachtigheid. Heb je er moeite mee om dagelijks te denken aan het innemen van de pil en wil je toch een goede bescherming tegen zwangerschap? Dan zijn er de volgende mogelijkheden:
Wanneer je voor het eerst de pil gebruikt, is deze de eerste week niet veilig en moet je aanvullende anticonceptie, zoals een condoom, gebruiken. Bij overstappen van de ene naar de andere pil is dat niet nodig. Er zijn 2 manieren om veilig over te stappen:
1. zonder stopweek: ga na het opmaken van de oude pilstrip direct de volgende dag door met de eerste pil van de nieuwe pil.
2. met stopweek: neem een normale stopweek (maximaal 7 dagen) en begin na de stopweek met de eerste pil van het nieuwe middel.
De keuze van een geschikte vorm van anticonceptie is iets heel persoonlijks. Hierbij moet je rekening houden met onder andere je leefstijl, het aanvaardbare zwangerschapsrisico, een eventuele toekomstige zwangerschapswens en ervaren bijwerkingen. De ideale anticonceptie kan dus per persoon verschillen. Zorg ervoor dat je goed op de hoogte bent van de mogelijkheden die er zijn en overleg met je huisarts welke anticonceptie het beste voor jou is.