Welke hormonen zitten er in anticonceptie?

Welke hormonen zitten er in anticonceptie?

Voor de werking van anticonceptie, zoals de pil, worden hormonen gebruikt. Wat doen deze hormonen? En wat zijn de bijwerkingen van deze hormonen?

Welke hormonen worden gebruikt voor anticonceptie?

Meestal worden er 2 hormonen gebruikt voor anticonceptie: oestrogeen en progestageen. Deze hormonen komen ook van nature in ons lichaam voor. Ze regelen je menstruatiecyclus. 

Wat doen de hormonen in anticonceptie?

Het oestrogeen hormoon reguleert je menstruatiecyclus, waardoor het voorspelbaar wordt. Het progestageen hormoon zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. Samen onderdrukken deze hormonen je natuurlijke cyclus en hebben ze 3 effecten:

  1.    Ze onderdrukken de eisprong.
  2.    Ze zorgen ervoor dat een eitje zich niet goed in de baarmoederwand kan nestelen.
  3.    Ze maken het slijm in de baarmoederhals dikker zodat zaadcellen minder goed in de baarmoeder kunnen doordringen.

Anticonceptie met en zonder oestrogeen

De minipil, de prikpil, het hormoonspiraaltje en het implantatiestaafje bevatten alleen progestageenhormoon. In deze anticonceptiemethoden zijn alleen effecten 2 en 3 aanwezig.

De pil, de anticonceptiepleister en de anticonceptiering gebruiken het oestrogeen en progestageenhormoon. Hierdoor kun je met deze anticonceptiemethoden ook je menstruatie uitstellen.

Verschillende combinaties van hormonen

Er zijn meerdere oestrogenen en ook verschillende progestagenen. Hierdoor zijn er verschillende combinaties van hormonen mogelijk in combinatiepreparaten (zoals de pil). Ook de hoeveelheid van het hormoon kan verschillen.

Het oestrogeen hormoon is meestal het synthetische ethinylestradiol. Een sub-50-pil betekent dat er minder dan 50 microgram oestrogeenhormoon in een pil zit. Er zijn ook sub-30 en sub-20 pillen.

Er worden verschillende soorten progestagenen gebruikt in anticonceptie. De eerste anticonceptiepillen uit de jaren ’60 noemen we eerste generatie pillen. In de jaren ’70 verschenen de tweede generatie pillen. Voor eerste en tweedegeneratie anticonceptiepillen wordt het progestageen hormoon levonorgestrel gebruikt. Bij de tweede generatie is de hoeveelheid oestrogeen hormoon lager.

In de derde generatie pil, uit de jaren ’80 en ’90, worden de progestagenen desogestrel, gestodeen of norgestimaat gebruikt. In de vierde generatie zit het progestageen hormoon drospirenon of cyproteron.

De combinatiepil die huisartsen het meeste voorschrijven is de tweedegeneratie pil met ethinylestradiol en levonorgestrel. Hun voorkeur gaat hiernaar uit in verband met het grotere risico op trombose bij de nieuwere pilsoorten.

Bijwerkingen van anticonceptie

De hormonen in anticonceptie worden ook door je lichaam aangemaakt. Daarom zijn de bijwerkingen vaak dezelfde bijwerkingen die je ook tijdens een normale menstruatiecyclus zonder gebruik van anticonceptie kunt ervaren.

De meest voorkomende bijwerkingen door het oestrogeen hormoon zijn: hoofdpijn, gespannen borsten, verminderd libido en misselijkheid.

Progestageen hormonen in de pil hebben vooral invloed op: stemming, gewicht, huid en haar. Een ernstige bijwerking van progestagenen is een verhoging van de kans op trombose.

De bijwerkingen zijn overigens ook niet altijd negatief. Zo kan anticonceptie helpen tegen acne en is er bewijs dat het de kans op sommige kankersoorten verkleint.

Heb je last van bijwerkingen? Bespreek het met je huisarts of apotheker. Omdat er vele verschillende soorten en generaties van anticonceptie zijn, heb je soms minder bijwerkingen als je overstapt naar een ander merk of anticonceptiemethode.

Lees hier welke mogelijkheden je hebt om over te stappen.

"Meer vragen over anticonceptie? Kijk hier voor een overzicht."anticonceptie zoals jij het wilt"