Bewegen is gezond, ook als je COPD hebt. Maar hoe zorg je ervoor dat je niet te benauwd wordt? Wat zijn de voordelen en risico’s bij sporten en bewegen?
Met COPD kost elke ademhaling energie. Je longen werken extra hard en je krijgt snel last van benauwdheid. Dan durf je je misschien niet enorm in te spannen. Toch is een actieve levensstijl juist belangrijk als je COPD hebt. Door regelmatig te sporten krijg je meer energie en voel je je beter. Zorg voor tenminste 2,5 uur beweging per week. Ga bijvoorbeeld elke dag een half uurtje wandelen, fietsen of zwemmen. Doe dit op een rustig tempo en neem even rust als je het nodig hebt.
Door regelmatig te bewegen versterk je de ademhalingsspieren en neemt je longinhoud toe. Bovendien train je ook de zuurstofopname van je spieren. Hierdoor kun je met minder zuurstof toch meer doen. Je voelt je beter en raakt minder snel vermoeid.
Bovendien heeft sporten invloed op je gewicht. Sporten helpt namelijk wanneer je wilt afvallen bij overgewicht. Is je gewicht juist te laag, dan kan je in combinatie met een gezond eetpatroon weer op een normaal gewicht komen door de toename van spieren. Ook worden voedingsstoffen beter opgenomen als je regelmatig beweegt.
En door samen te sporten, houd je contact met andere mensen en is COPD geen sta-in-de-weg!
"Door samen te sporten, houd je contact met andere mensen en is COPD geen sta-in-de-weg!"
Sporten een te grote uitdaging? Veel fysiotherapeuten en oefentherapeuten (Cesar of Mensendieck) hebben zich gespecialiseerd in longreactivatie voor COPD-patiënten. Daar krijg je een aangepaste inspanningstraining en doe je ademhalingsoefeningen. Ze houden rekening met je beperkingen en je inspanningsmogelijkheden. Je huisarts of longarts kan je doorverwijzen naar een gespecialiseerde therapeut bij jou in de buurt. Met een deskundige begeleiding werk je veilig en zonder toename van klachten aan je gezondheid.
Hartklachten komen vaker voor bij mensen met COPD. Ook dan is beweging goed, mits onder deskundige begeleiding. De longarts of cardioloog kan vooraf aan een bewegingsprogramma een ergometrie-onderzoek doen, beter bekend als de fietstest. Die wijst uit hoe jouw hart reageert op het sporten. Door hier rekening mee te houden raak je niet overbelast.