Droge mond door geneesmiddelen

Droge mond door geneesmiddelen

Gemiddeld produceert een mens bijna anderhalve liter speeksel per dag. Dit wordt gedaan door de speekselklieren die in de mondholte zitten. Sommige geneesmiddelen kunnen een droge mond veroorzaken.

Droge mond, gevoel of werkelijkheid?

Het speeksel heeft een aantal belangrijke functies. Het houdt de mond vochtig waardoor het slikken makkelijker wordt. Het bevat enzymen die bijdragen aan de vertering van voedsel en het bevat afweerstoffen die beschermen tegen bacteriën en schimmels en die het tandglazuur gezond houden.

Bij het begrip 'droge mond' moet onderscheid worden gemaakt tussen het gevoel van een droge mond (dit wordt xerostomie genoemd) en een daadwerkelijk gemeten verminderde speekselproductie, die hyposalivatie wordt genoemd. In de praktijk is het meestal niet goed mogelijk een duidelijk onderscheid te maken tussen dit subjectieve gevoel en een daadwerkelijk verminderde aanmaak van speeksel.

Gevolgen verminderde speekselproductie

Voor de gevolgen is het onderscheid tussen xerostomie en hyposalivatie wel van belang. Een aanhoudend verminderde speekselproductie kan namelijk de kans op een schimmelinfectie in de mondholte vergroten, evenals de kans op een bacteriële speekselklierontsteking, het ontstaan van tandcariës (gaatjes in het gebit) en de kans op luchtweginfecties. Door een droge mond kunnen ook spraakproblemen ontstaan.

Geneesmiddelen die een droge mond kunnen veroorzaken

Er zijn diverse geneesmiddelen die leiden tot het gevoel van een droge mond of een daadwerkelijk verminderde speekselproductie. Vanzelfsprekend kunnen vochtafdrijvende geneesmiddelen, zoals plastabletten (diuretica) en geneesmiddelen die zout zijn, zoals het antidepressivum lithium een droge mond veroorzaken.

Daarnaast staan de geneesmiddelen met een zogenaamd anticholinerg effect bekend om de bijwerking droge mond. Deze middelen werken door het blokkeren van bepaalde zenuwbanen in het lichaam, waaronder ook de zenuwbaan die de speekselklieren tot speekselvorming aanzet. Voorbeelden van geneesmiddelen met een anticholinerg effect zijn de luchtwegverwijders ipratropium (Atrovent) en tiotropium (Spiriva), sommige antidepressiva zoals amitriptyline en clomipramine, middelen tegen een overactieve blaas zoals oxybutynine, tolterodine (Detrusitol) en solifenacine (Vesicare), en sommige middelen tegen allergie zoals promethazine, Polaramine en hydroxyzine.

Enkele voorbeelden zijn:

  • bloeddrukverlagers, met name captopril, enalapril en metoprolol;
  • middelen bij prostaatklachten, met name alfuzosine en tamsulosine;
  • anti-Parkinsonmiddelen, zoals biperideen, carbidopa en levodopa;
  • antidepressiva;
  • kalmeringsmiddelen, zoals alprazolam;
  • sterke pijnstillers, zoals tramadol en morfine;
  • anders pijnstillers, zoals de NSAID’s ibuprofen, diclofenac en naproxen;
  • oogdruppels, zoals atropine, scopolamine en tropicamide;
  • maagzuurremmers, zoals omeprazol;
  • medicijnen bij spierspasmen, zoals baclofen.

Behalve bovenstaande geneesmiddelen zijn er nog vele andere geneesmiddelen waarbij een droge mond als bijwerking kan voorkomen. Soms is het werkingsmechanisme dat hier achter zit onbekend.

Anticholinerg effect

Behalve een droge mond kunnen geneesmiddelen met een anticholinerg effect ook andere bijwerkingen veroorzaken. Enkele daarvan zijn een verminderde productie van zweet, wazig zien, moeite hebben met plassen, obstipatie en sufheid. Vooral bij ouderen en bij combinaties van geneesmiddelen met een anticholinerg effect komen deze bijwerkingen vaker voor. Vanwege de risico’s van bijwerkingen wordt het gebruik van geneesmiddelen met een (sterk) anticholinerg effect bij mensen boven de 65 jaar afgeraden.

Behandeling

Wanneer een droge mond wordt veroorzaakt door een geneesmiddel dat u gebruikt, moet eerst worden nagegaan of er aanpassingen in het geneesmiddelgebruik gedaan kunnen worden. Raadpleeg hiervoor uw apotheker of arts, of stel uw vraag aan de deskundige van Service Apotheek. Soms kan een geneesmiddel worden vervangen door een alternatief dat deze bijwerking niet of minder erg geeft. In sommige gevallen, zoals bij inhalatiemedicijnen, hangt het optreden van de bijwerking sterk samen met de wijze van gebruik. Mogelijk kan een ander inhalatie-apparaatje of een nieuwe instructie van de wijze waarop u het apparaatje moet gebruiken zorgen voor minder bijwerkingen.

Speekselvervangers

Wanneer aanpassing van uw medicatie niet mogelijk is of niet (voldoende) helpt, kunt u de klachten beperken met speekselvervangers. Dit zijn speciale vloeistoffen in de vorm van een bevochtigingsgel of -verstuiver. Een bevochtigingsgel brengt u op de slijmvliezen aan. Met behulp van een verstuiver kunt u de mondholte met die vloeistof bevochtigen. Een gel wordt vooral 's nachts prettig gevonden, een spray is vooral overdag aangenaam. Gewone mondwaters werken ontsmettend of verfrissend, maar werken niet tegen een droge mond. Gebruik mondwaters dus voor andere doeleinden.

Goede mondverzorging

Een droge mond is niet alleen een vervelend gevoel, het kan ook leiden tot allerlei andere gezondheidsklachten. Bij een droge mond is het daarom extra belangrijk uw mond goed te verzorgen. Tips voor het behoud van een goede mondgezondheid vindt u hier.