Ongewild urineverlies komt bij ouderen veel voor. Het is een misverstand dat dit nu eenmaal iets is wat bij het ouder worden hoort. Urine-incontinentie kan ook bij ouderen behandeld worden.
Er wordt geschat dat ongeveer een kwart van de zelfstandig wonende ouderen lijdt aan ongewenst urineverlies. In verzorgingshuizen en verpleeghuizen ligt dit aandeel nog veel hoger. Urine-incontinentie heeft een grote invloed op de kwaliteit van leven. Het gaat soms samen met depressie, schaamte en lage eigenwaarde. Het is ook een risicofactor voor vallen en opname in het verpleeghuis. Urine-incontinentie wordt bij oudere mensen vaak gezien als een probleem waar niets meer aan te doen is. Dit klopt niet; onnodig urineverlies is wel degelijk te voorkomen.
"Urineverlies wordt bij oudere mensen vaak gezien als een probleem waar niets meer aan te doen is. Dit klopt niet."
Met het stijgen van de leeftijd treden er veranderingen op in het lichaam die urine-incontinentie kunnen bevorderen. De oorzaken van urine-incontinentie zijn in principe dezelfde als bij jongere mensen. Er kan sprake zijn van inspannings-, aandrang- of overloopincontinentie. Bij ouderen is er vaak sprake van een combinatie van de eerste twee vormen. Dit wordt gemengde incontinentie genoemd.
Bij ouderen komt vaker functionele incontinentie voor. Deze vorm van incontinentie ontstaat, wanneer iemand niet in staat is zelfstandig naar het toilet te gaan. Dit kan door lichamelijke of praktische beperkingen zijn, bijvoorbeeld door artrose, spierzwakte of handproblemen wat een belemmering kan zijn zelf uit bed te komen, naar het toilet te gaan, de kleding los te maken en te gaan zitten om te plassen. Ook medicijngebruik kan meespelen.
Ongeveer de helft van de ouderen met incontinentieproblemen zoekt geen professionele hulp. Dit is jammer, want ook bij ouderen is het in veel gevallen mogelijk het incontinentieprobleem te behandelen met oefeningen, adviezen of soms medicijnen. Ga er daarom mee naar uw huisarts. Die kan het beste beoordelen wat er moet gebeuren.