Veel vrouwen in en na de overgang hebben last van hun spieren en gewrichten. Na opvliegers en nachtzweten is dit de meest voorkomende klacht. De hormonale schommelingen in de overgang spelen bij deze klachten een grote rol.
Tijdens de overgang komt pijn rond de kleine gewrichten, zoals in de handen, het meest voor. Dit kan het lastig maken om te functioneren in het dagelijks leven. Maar ook in de schouders, knieën, tenen, polsen, rug en heupen kunt u klachten krijgen.
Door de hormonale veranderingen in de overgang ontstaat er een ander evenwicht tussen opbouw en afbraak van het kraakbeen. Het vrouwelijk hormoon oestrogeen, waarvan de aanmaak in de overgang vermindert, zorgt voor de opbouw van collageen. Collageen is een lijmvormend eiwit in bindweefsel. Door oestrogeen worden alle collageenstructuren ondersteund; niet alleen in de huid, maar ook in de slijmvliezen, banden, pezen, spieren en kraakbeen.
Het hormoon oestrogeen heeft ook invloed op de vochtigheid en doorbloeding van de slijmvliezen. In de overgang kunnen slijmvliezen uitdrogen waardoor gewrichten over elkaar schuren. Door het schuren van de gewrichten ontstaan de gewrichtsklachten. Vaak nemen deze klachten af na de overgang, behalve als er inmiddels schade is ontstaan in het betreffende gewricht.
Na de menopauze is de laag kraakbeen blijvend dunner, de smering minder en zijn de gewrichtsvlakken veranderd van vorm. Dit proces kan pijn geven of de beweging beperken.