Diabetes type 2 wordt behandeld met een gezonde leefstijl, medicijnen en soms ook insuline. In dit artikel lees je meer over de medicijnen voor diabetes type 2.
Een gezonde leefstijl is de eerste stap in de behandeling van diabetes type 2. De bloedglucose gaat hier van omlaag. Vaak zijn er ook medicijnen nodig.
Medicijnen helpen mee om je bloedglucose normaal te houden zodat de kans op klachten en complicaties door de diabetes vermindert. De medicijnen worden onderverdeeld in verschillende groepen. Metformine is het meest gebruikte middel.
Mensen met diabetes krijgen vaak een statine, een cholesterolverlagend medicijn. Hierdoor vermindert het risico op hart- en vaatziekten.
Metformine remt de glucoseproductie in de lever. Het stimuleert de glucoseopname uit het bloed door cellen in je lichaam gevoeliger te maken voor de insuline die je alvleesklier maakt. Daarnaast vermindert metformine de eetlust en is daarom heel erg geschikt voor mensen met overgewicht.
In het begin van de behandeling met metformine treden er soms maagdarmklachten op zoals misselijkheid, braken, diarree en buikpijn. Deze bijwerking gaat meestal na enkele dagen over als je aan het medicijn gewend bent. Door de dosering langzaam te verhogen en metformine in te nemen met voedsel heb je minder kans op maagdarmklachten.
Langdurig gebruik van metformine kan een vitamine B12 tekort veroorzaken.
Deze groep medicijnen remt het eiwit SGLT2 in de nieren. Hierdoor komt er meer suiker in de urine en plas je het uit. Het bloedglucose daalt. Canagliflozine, dapagliflozine, empagliflozine en ertugliflozine zijn onderdeel van deze groep.
Doordat er meer glucose in de plas zit komen infecties aan de geslachtsorganen, zoals een vaginale schimmel, meer voor. Je verkleint de kans hierop met een goede hygiëne: was dagelijks je geslachtsdeel met water, houd je penis of vagina goed droog en draag elke dag schoon ondergoed.
Sulfonylureumderivaten (SU-derivaten) stimuleren de alvleesklier om meer insuline af te geven. Voorbeelden zijn: gliclazide , glibenclamide, glimepiride en tolbutamide.
Bijwerkingen van SU-derivaten zijn met name: toename van gewicht en soms een te lage bloedglucose (hypoglykemie).
Deze incretine-achtige stoffen verhogen de insulineafgifte na de maaltijd en zorgen ervoor dat het lichaam minder glucose aanmaakt. Dulaglutide, exenatide, lixisenatide, liraglutide en semaglutide worden met een injectie onderhuids ingespoten. Semaglutide is ook beschikbaar als tablet.
De meest voorkomende bijwerkingen van GLP-1-agonisten zijn misselijkheid en diarree. Ook zorgen ze voor minder eetlust waardoor mensen afvallen.
Linagliptine, saxagliptine, sitagliptine en vildagliptine behoren tot de dipeptidylpeptidase IV (DPP-4)-remmers. Deze middelen zorgen ervoor dat de hoeveelheid insuline na een maaltijd hoger wordt en dat het lichaam minder glucose aanmaakt.
Maagdarmklachten zoals buikpijn, diarree, misselijkheid, braken, verstopping komen regelmatig voor. Waarschuw altijd je arts bij zeer hevige buikpijn die niet over gaat. Je hebt dan mogelijk een ontsteking van de alvleesklier (komt zeer zelden voor).
Acarbose is een alfa-glucosidaseremmer. Het vertraagt de afbraak van suikers in de darm. Hierdoor wordt de opname van glucose uit de dunne darm vertraagd. Pieken in de bloedglucosewaarde worden op deze manier voorkomen.
Bij ongeveer de helft van de gebruikers treedt winderigheid, darmkrampen en diarree op. Vooral in het begin van de behandeling.
In Nederland is alleen repaglinide verkrijgbaar. Net als SU-derivaten zorgt dit middel ervoor dat de alvleesklier meer insuline aanmaakt. Repaglinide werkt heel kort en snel, dus precies voor de duur van een maaltijd.
Bijwerkingen van repaglinide zijn met name toename in gewicht en te laag bloedglucose (hypo).
Pioglitazon.maakt de lichaamscellen gevoeliger voor insuline, zodat glucose beter wordt opgenomen.
Bijwerkingen van pioglitazon zijn met name gewichtstoename, dikke benen, verhoogd risico op hartfalen, botbreuken en blaaskanker.
"Tip: Download de Service Apotheek-app en leer alles over jouw medicijnen"