Iedereen heeft wel eens een blauwe plek. Maar wanneer je bloedverdunnende medicijnen gebruikt krijg je sneller en grotere blauwe plekken. Waarom is dat zo? En wat kun je er tegen doen?
Een blauwe plek is een bloeduitstorting onder de huid. Wanneer jij je stoot raken de bloedvaten in je huid beschadigd. Door de beschadiging lekt bloed uit de bloedvaten. Dit bloed hoopt zich op onder je huid. Het bloed onder de huid geeft de bijzondere blauwe kleur. Tijdens het genezen kan de plek verschillende kleuren krijgen. Je lichaam doet er ongeveer 1 tot 2 weken over om het bloed op te ruimen.
Er zijn verschillende soorten bloedverdunners. De meest gebruikte zijn:
Door de bloedverdunner duurt het langer voordat je bloed stolt. Beschadigingen in de bloedvaten gaan minder snel dicht. Daardoor lekt er meer bloed uit het beschadigde bloedvat. Hierdoor is je blauwe plek groter of blijft een wond langer bloeden.
Bloedverdunners vergroten de kans op een bloeding. Het is belangrijk om contact op te nemen met de huisarts bij de volgende klachten:
"Door de bloedverdunner duurt het langer voordat je bloed stolt. Beschadigingen in de bloedvaten gaan minder snel dicht."
De medicijnen acenocoumarol en fenprocoumon horen bij de stollingsremmers. Als je een stollingsremmer gebruikt wordt je altijd ondersteund door de trombosedienst.
Gebruik jij een stollingsremmer en krijg je snel blauwe plekken? Neem dan contact op met de trombosedienst. Het kan zijn dat de dosering van je medicijnen verlaagd moet worden. Dit geldt ook als je snel bloedt en bijvoorbeeld vaak bloedneuzen of bloedend tandvlees hebt.
Als je je hebt gestoten, leg dan zo snel mogelijk ijs of een coldpack op de plek. Wikkel wel een theedoek om het ijs of coldpack om je huid te beschermen. Door de kou trekken de bloedvaten samen. Hierdoor lekt minder bloed uit de bloedvaten. En ontstaat er een minder grote blauwe plek.
Blauwe plekken gaan meestal vanzelf over. Neem contact op met de huisarts wanneer: