Eén op de drie kinderen begint met roken. Meestal om erbij te horen. Er is dus een behoorlijke kans dat uw kind op een gegeven moment zwicht voor een sigaret. Dit kunt u doen om roken te voorkomen:
Ouders die roken, hebben een veel grotere kans dat hun kind er ook aan begint. Wees dus een goed voorbeeld en stop zo snel mogelijk. U heeft meteen veel meer recht van spreken als u het roken uit het hoofd van uw kind wilt praten. Als stoppen niet meteen lukt, kunt u er in elk geval mee beginnen om niet meer in de buurt van uw kind te roken.
Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die negatief staan tegenover roken, minder roken dan kinderen van ouders die neutraal of positief tegen roken aankijken. Laat dus luid en duidelijk weten dat u roken een vreselijk ongezonde gewoonte vindt die nog stinkt ook.
Volgens onderzoek zorgt praten met kinderen over roken ervoor dat ze het sneller opbiechten als ze hebben gerookt. Wie weet lukt het dan nog om uw kind op andere gedachten te brengen.
Maak uw kind bewust van de gevaren van roken. Vertel hem bijvoorbeeld deze feiten: van alle rokers overlijdt één op de twee aan aandoeningen die door roken zijn veroorzaakt, zoals hart- en vaatziekten, longkanker, longaandoeningen zoals chronische bronchitis en longemfyseem, kanker van de mondholte, strottenhoofd, slokdarm, alvleesklier, nier en blaas. Roken doodt wereldwijd meer mensen dan tuberculose, hiv/aids en malaria samen. Daarnaast zorgt roken ervoor dat de huid minder zuurstof en voedingstoffen opneemt, waardoor een roker sneller rimpels krijgt en er ouder uitziet. Roken zorgt voor gele tanden en een slechte adem én mannen worden sneller kaal als ze roken. Tot slot, rokers zijn eerder buiten adem, hun hart pompt sneller en de bloedcirculatie is minder goed.
Elke opvoeder weet dat belonen helpt. Oók bij pubers. Maak dus samen een niet roken-afspraak in de trant van: ‘Als jij tot je achttiende niet rookt, betaal ik een mooie reis/rijlessen voor je rijbewijs’. Voor veel kinderen is zo’n beloning reden genoeg om niet toe te geven aan groepsdruk van hun rokende vrienden. Bovendien geeft het ze een goede reden om ‘nee’ te zeggen als ze toch een sigaret wordt aangeboden.