Anticonceptie na de zwangerschap

Anticonceptie na de zwangerschap

Er komen heel wat vragen op je af over anticonceptie na een bevalling. Mag je meteen weer beginnen met de pil? Heeft anticonceptie invloed op borstvoeding? Welke voor- en nadelen zijn er bij de diverse mogelijkheden?

Anticonceptie na de bevalling

De eerste dagen na een bevalling staat je hoofd waarschijnlijk helemaal niet naar seks. Ook medisch gezien is het beter minstens 10 dagen niet te vrijen. Wanneer de zin in seks terugkomt, is per vrouw verschillend. Dat duurt soms maanden. Een goed voorbehoedsmiddel is belangrijk wanneer je niet meteen weer zwanger wilt worden. Ook bij borstvoeding, is dit van belang. We helpen je graag bij de keuze van een methode van anticonceptie na je bevalling.

Condooms

De eerste weken na de bevalling mag je nog geen hormonale anticonceptie of spiraaltje gebruiken. Wanneer je flesvoeding geeft, is het condoom dan de enige mogelijkheid. Geef je borstvoeding? Dan is de borstvoedingsmethode een goede mogelijkheid.

Borstvoedingsmethode (LAM)

Het volledig op verzoek borstvoeden (als de baby er om vraagt) van je baby heeft een anticonceptieve werking. De baby krijgt dan alleen de borst, dag en nacht, met tussenpozen van niet meer dan 6 uur. Het risico op zwangerschap tot 4 maanden na de geboorte is hierbij minimaal, mits er geen bij- of flesvoeding wordt gegeven, niet wordt gekolfd en je geen vaginaal bloedverlies hebt. Tot 6 maanden na de bevalling loopt de kans op zwangerschap op tot ongeveer twee procent. Deze methode van anticonceptie heet de lactatieamenorroemethode (LAM).

Zodra je weer menstrueert, ben je ook bij volledige borstvoeding mogelijk weer vruchtbaar. Wil je voorlopig niet zwanger worden? Dan is bij de eerste menstruatie of de eerste bijvoeding een andere anticonceptiemethode weer noodzakelijk.

Aanvullende anticonceptie na de zwangerschap

Wanneer je een kans op zwangerschap van minder dan 2 procent te hoog vindt of geen volledige borstvoeding geeft, kun je in combinatie met de eerder genoemde LAM-methode aanvullend een condoom gebruiken. Ook andere niet-hormonale anticonceptiemethoden zoals het vrouwencondoom en pessarium zijn goede mogelijkheden tijdens de borstvoedingsperiode.

Minipil na de bevalling

3 weken na de bevalling kun je beginnen met de pil met alleen progestageen (minipil). Zolang je het juist gebruikt is deze net zo betrouwbaar als een combinatiepil. Wel luistert het gebruik nauwer; er mag maximaal 36 uur tussen 2 pillen zitten. De minipil heeft hoogstwaarschijnlijk geen invloed op de hoeveelheid borstvoeding.

Combinatiepil, beter bekend als ‘de pil’

Als je geen borstvoeding geeft, mag je in principe na 3 weken weer met de combinatiepil starten. In geval van borstvoeding mag dit na 6 weken. Mogelijk kan de borstvoeding iets teruglopen door deze pil. Het beste is dan om op verzoek te blijven voeden zodat de aanmaak van de melk gestimuleerd blijft.

Spiraaltje na bevalling

6 weken na de bevalling kan de huisarts een spiraaltje plaatsen. Zowel een koper- als hormoonspiraal heeft geen invloed op de borstvoeding en de groei van het kind. Wel is het zo dat door het geven van borstvoeding de baarmoederwand ook na 6 weken zachter is en het risico op een perforatie ervan door plaatsing van een spiraal iets groter is.

Overige methoden

Bovengenoemde methoden zijn het meest bekend en gebruikt. Tegenwoordig zijn er verschillende alternatieven. De vaginale ring en de anticonceptiepleister (bevatten oestrogenen en progestagenen); dezelfde termijnen als voor de combinatiepil. Ook voor de prikpil (progestageen) wordt 6 weken bij borstvoeding of 3 weken bij geen borstvoeding aangehouden. En het implantatiestaafje (progestageen) kan na 4 weken bij borstvoeding of 3 weken bij geen borstvoeding.

"Meer vragen over anticonceptie? Kijk hier voor een overzicht."anticonceptie zoals jij het wilt"